De roadmaps worden verbreed van alleen Rijkswaterstaat en ProRail naar provincies, gemeenten en waterschappen. Dat vraagt om een andere aanpak: niet alleen ZOAB op rijkswegen, maar ook elementverharding in de bebouwde kom en fietspaden. Zo ook: hergebruik van klinkers en tegels, warm-mix-asfalt in plaats van hot-mix en betere vraagbundeling tussen overheden.

Samenwerking en vraagbundeling hard nodig

Het nodige is al in gang gezet, stelt Nina. Ze benadrukt dat schaalvergroting cruciaal is om maatregelen werkbaar te maken. “Niet elke gemeente kan bijvoorbeeld een materialendepot beheren of een dure palletteermachine inzetten. Er moet meer worden samengewerkt om veel van de maatregelen echt grootschalig te kunnen toepassen.”

Die samenwerking is ook voor het asfaltvraagstuk hard nodig, betoogt Nina. “Verschillende wegbeheerders vragen verschillende typen asfaltmengsels uit, die allemaal andere productiemethodes kennen. Die vraag moeten we meer bundelen, zodat het grootschaliger en dus efficiënter kan worden uitgerold. Ja, en ook standaardiseren, waar het kan.”

Verder kijken

Nina’s inzet draagt bij aan een sector die verder kijkt dan het volgende project. Die zich richt op standaardisatie, schaalvergroting en concrete maatregelen die echt impact maken op CO₂-reductie. Precies het type werk waar To Interface voor staat: complexe vraagstukken vertalen naar haalbare stappen, met oog voor wat er in de praktijk nodig is.

De roadmap wordt volgens planning in maart 2026 gepresenteerd.

Lees hier het volledige interview met o.a. Nina in OTAR.